allen

Naar andere talen: • allen > DE • allen > ES • allen > FR

Vertalingen allen NL>EN

pronoun

Uitspraak:

[ˈɑlə(n)]

alle personen - one and all

Ze gaan allen naar de disco. - They go all together to the disco.
geen van allen (=niemand) - none, not one, no one We spreken geen van allen Hongaars. - Not one of us speaks Hungarian.

Overige bronnen

allen

all ; anybody ; anyone ; each ; every ; everybody ; everyone ; lot of ; the lot of ; whole lot of

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `allen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: al
NL: alle
NL: allemaal
NL: elk
NL: elkeen
NL: ieder
NL: iedereen
NL: iegelijk

Ook in de database