Vertaal
Naar andere talen: • afzetten > DEafzetten > ESafzetten > FR
Vertalingen afzetten NL>EN

afzetten

werkw.
Uitspraak:  [ˈɑfsɛtə(n)]
Verbuigingen:  zette af (verl.tijd ) heeft afgezet (volt.deelw.)

1) (iemand op een plaats) brengen en zelf verdergaan - cordon off, depose, drop off
Ik zal je bij de bushalte afzetten. - I'll drop you off at the bus station.

2) niet meer laten werken - turn off, put out, stop
de televisie afzetten als er reclame komt - turn off the TV during commercial breaks.

3) (een lichaamsdeel) van het lichaam halen - amputate, cut off, cut out
een been afzetten na een ongeluk - amputate a leg after an accident

4) van je hoofd afdoen - take off, drop, undo
je bril afzetten - take off one's glasses

5) (iemand) te veel laten betalen - empty out, swindle, cheat
De koopman was heel charmant, maar ik ben wel afgezet. - The salesman was a charming guy, but he still ripped me off.

6) (een bepaalde plaats) onbereikbaar maken - cordon off, block, fence off
een stuk snelweg afzetten omdat er olie op de weg ligt - block a road due to an oil spill

7) (iemand) uit zijn functie zetten - fire, dismiss, discharge
een president afzetten - depose a president

8) verkopen - sell
Nederlandse kaas afzetten in het buitenland - sell Dutch cheese outside of the country

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
afzetten (ww.)to fence in ; to mark off ; to map out ; to make out ; to lie ; to hoodwink ; to halt ; to fool ; to fence off ; to mark out ; to fence ; to extinguish ; to edge ; to drop somebody off ; to drop off somewhere ; to drop ; to dodge ; to disconnect ; to matter ; to outline ; to put down ; to put out ; to put someone off ; to sell ; to set off ; to set out ; to stop ; to swindle ; to switch off ; to taking ; to trace out ; to trick ; to turn off ; to diddle ; to deposit ; to demarcate ; to define ; to deceive ; to clearly define ; to cheat ; to bring to a standstill ; to bring to a halt ; to border ; to be duped ; to be deceived ; to amputate
het afzettenthe amputating ; the amputation ; the removing
afzetten isolate ; Backing-off ; cordoning off operation ; depose ; deprive ; dismiss ; fit out ; fleece ; garnish ; put off ; shut off ; shutdown ; shutting down ; take off ; trim ; amputate
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `afzetten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanhouden
NL: afbakenen
NL: afbiezen
NL: afdoen
NL: afleggen
NL: afpalen
NL: amputatie
NL: amputeren
NL: bedonderen
NL: bedotten

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: zij kon het idee niet van zich afzetten EN: she could not get rid of the idea