Vertalingen opstaan NL>DE
opstaan
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔpstan] |
Verbuigingen: | stond op (verl.tijd ) is opgestaan (volt.deelw.) |
1) gaan staan -
aufstehen opstaan voor een oudere dame in de bus - für eine ältere Dame im Bus aufstehen |
2) na nachtrust weer uit bed komen -
aufstehen vroeg opstaan - früh aufstehen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
opstaan (ww.) | aufgehen (ww.) ; aufstehen (ww.) ; emporkommen (ww.) ; gehen (ww.) ; sich auflehnen (ww.) ; sich empören (ww.) ; sich erheben (ww.) ; sicher heben (ww.) ; treiben (ww.) |
opstaan (werkw.) | aufgesetzt sein ; aufgestellt sein ; aufstehen |
opstaan | rebellieren |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `opstaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bestijgenNL: gaan staanNL: klimmenNL: omhoogkomenNL: omhoogrijzenNL: opgaanNL: opkomenNL: overeind staanNL: rebellerenNL: rijzenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Christus is opgestaan
DE: Christ ist erstandenNL: opstaande kraag
DE: Stehkragen (der)