Vertalingen instrueren NL>DE
instrueren (ww.) | anweisen (ww.) ; Auftrag erteilen (ww.) ; instruieren (ww.) |
instrueren | einweisen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `instrueren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: docerenNL: opdracht gevenNL: opdragen