Vertalingen zwichten NL>DE
zwichten
werkw.
| Uitspraak: | [ˈzwɪxtə(n)] |
| Verbuigingen: | zwichtte (verl.tijd ) is gezwicht (volt.deelw.) |
iets doen dat je niet wilde of van plan was niet te doen -
nachgeben , weichen | zwichten voor een aantrekkelijk aanbod - einem verlockenden Angebot nachgeben |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| zwichten (ww.) | erliegen (ww.) ; gewähren (ww.) ; nachgeben (ww.) ; Platz machen (ww.) ; unterliegen (ww.) ; vorbeilassen (ww.) ; Vorfahrt gewähren (ww.) ; weichen (ww.) ; zugeben (ww.) |
| zwichten | den Kürzeren ziehen |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `zwichten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: opzij gaanNL: toegevenUitdrukkingen en gezegdes
NL: voor de overmacht
zwichten
DE: der Übermacht weichen, unterliegen, eerliegen