Vertalingen zoenen NL>DE
zoenen
werkw.
Uitspraak: | [ˈzunə(n)] |
Verbuigingen: | zoende (verl.tijd ) heeft gezoend (volt.deelw.) |
een of meer zoenen geven -
küssen Hij zoende haar op de mond. - Er küsste sie auf den Mund. Ze kreeg bloemen en werd gezoend door haar collega’s. - Sie bekam Blumen und wurde von ihren Kollegen geküsst. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zoenen (ww.) | küssen (ww.) ; Rummachen (ww.) |
zoenen (werkw.) | küssen |
zoenen | knutschen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `zoenen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: knuffelenNL: kussen