Vertaal
Naar andere talen: • werden > ENwerden > ESwerden > FR

De vertaling wordt gegeven voor de taalcombinatie DE>NL.

De gevraagde combinatie NL>DE geeft geen vertalingen voor werden.

Vertalingen werden DE>NL

I werden

werkw.
Uitspraak:  [ˈveːɐdən]
Verbuigingen:  wird , wurde , geworden

1) einen Zustand erreichen - worden
Es wird schon hell draußen. - Het wordt al licht buiten.
Mir wird schlecht! - Ik voel me ziek!
Es wird Nacht / Winter. - Het wordt nacht / winter.
Das Wasser wurde zu Eis. - Het water is ijs geworden.
Wilst du meine Frau werden? - Wil je mij vrouw worden?

2) einen Beruf lernen, ein Amt bekommen - worden
Maurer / Lehrer / Präsident werden - metselaar / leraar / president worden
Was willst du später einmal werden? - Wat wil je later worden?
Was soll nur aus dir werden, wenn du nicht lernst? - Wat moet er nu van jou worden als je niets leert?

3) ein bestimmtes Alter erlangen - worden
erwachsen werden - volwassen worden
Ich werde bald 50. - Ik word bijna 50.
Heute werden die Menschen viel älter als damals. - Vandaag worden de mensen veel ouder dan toen.

4) in einem Wettkampf eine bestimmte Position erreichen - worden
Erster / Zweiter / Letzter werden - eerste / tweede / laatste worden


II werden

werkw.
Uitspraak:  [ˈveːɐdən]
Verbuigingen:  wird , wurde , worden

1) verwendet, um das Futur von Verben zu bilden - zullen
Nächste Woche werde ich verreisen. - Volgende week ga ik op reis.
Wirst du schon alles erledigt haben, wenn ich zurückkomme? - Zal je als hebben gedaan als ik terugkom?

2) verwendet, um das Vorgangspassiv zu bilden - worden
Von wem wird das Kind abgeholt? - Door wie wordt het kind opgehaald?
Der Rasen müsste mal gemäht werden. - Het gazon zou weer eens moeten worden gemaaid.

3) verwendet, um den Konjunktiv II zu bilden oder ersetzen - zullen
Ich würde dich gern besuchen. - Ik zou je graag bezoeken.
Würdest du mich bitte kurz entschuldigen? - Zou je mij een ogenblikje kunnen verontschuldigen?

4) verwendet, um eine Vermutung auszudrücken - zullen
Ist er immer noch nicht da? Dann wird er wohl seinen Bus verpasst haben. - Is hij er nog altijd niet? Dan heeft hij vermoedelijk zijn bus gemist.

5) verwendet, um einen Wunsch oder eine Hoffnung auszudrücken - zullen
Er wird es sich doch nicht anders überlegt haben? - Hij zal zich toch niet hebben bedacht?

6) verwendet, um einen Befehl auszudrücken - worden
Jetzt wird aber endlich gearbeitet! - Nu wordt eindelijk weer eens gewerkt!
Hier wird nicht geredet! - Hier wordt niet gesproken!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
werden (ww.) oprijzen (ww.) ; rijzen (ww.) ; worden (ww.) ; zullen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `werden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anschwellen
DE: aufgehen
DE: avancieren zu
DE: eintreten
DE: entkeimen
DE: entspringen
DE: entstehen
DE: erstehen
DE: evolvieren
DE: gelangen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: fertig werden NL: klaarkomen
DE: mir wird übel NL: ik word misselijk
DE: mir wird warm NL: ik krijg het warm
DE: aus ihm wird nichts NL: v. hem komt niets terecht
DE: wird's bald? NL: komt er nog wat v.?, beleven we het nog?
DE: Ihnen wird Antwort werden NL: u zult antwoord krijgen