Vertaal
Naar andere talen: • wegreizen > ENwegreizen > ESwegreizen > FR
Vertalingen wegreizen NL>DE
wegreizen (ww.) abfahren (ww.) ; abreisen (ww.) ; aufbrechen (ww.) ; ausfahren (ww.) ; einschiffen (ww.) ; einschmieren (ww.) ; fortfahren (ww.) ; fortreisen (ww.) ; losfahren (ww.) ; schmieren (ww.) ; wegreisen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `wegreizen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afreizen
NL: heengaan
NL: opstappen
NL: smeren
NL: verdwijnen
NL: verlaten
NL: vertrekken
NL: verwijderen
NL: weggaan
NL: wegtrekken