Vertalingen weerschallen NL>DE
weerschallen (ww.) | echoen (ww.) ; hallen (ww.) ; mitschwingen (ww.) ; resonieren (ww.) ; schallen (ww.) ; widerhallen (ww.) ; widerschallen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `weerschallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: echoënNL: galmenNL: resonerenNL: schallenNL: weergalmenNL: weerkaatsenNL: weerklinken