1. MWB
  2. Vertalen
  3. wankel (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • wankel > EN • wankel > ES • wankel > FR
Vertalingen wankel NL>DE

wankel

bijv.naamw.
Uitspraak:  ['wɑŋkəl]

wie of wat niet stevig staat en makkelijk kan vallen - wacklig , wackelig
een wankel tafeltje - ein wackliger kleiner Tisch
De peuter zette enkele wankele pasjes en viel toen voorover. - Das Kleinkind machte einige wacklige Schritte und fiel dann vornüber.
een wankel evenwicht tussen veiligheid en privacy - ein schmaler Grat zwischen Sicherheit und Privatsphäre

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
wankel wackelig ; wackelig ; schwach ; schlecht ; das Schwanken ; schwankend ; unfest ; unsicher ; unsolide ; verderblich ; vergammelt ; wacklig ; wandelbar ; das Wanken ; wechselhaft ; zart ; zerbrechlich ; klapprig ; empfindsam ; fein ; flatterhaft ; flau ; gebrechlich ; grundlos ; instabil ; klapperig ; brechbar ; krakelig ; marode ; matt ; rank ; schlaff ; schlank ; schlapp
Bronnen: mwb; Wiktionary; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `wankel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: excentriek
NL: gammel
NL: humeurig
NL: krakkemikkig
NL: kronkelend
NL: labiel
NL: los
NL: onbestendig
NL: onvast
NL: rank

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: wankele gezondheid DE: schwache, hinfällige, schwankende Gesundheit