Vertalingen vrijpleiten NL>DE
vrijpleiten (ww.) | freiplädieren (ww.) ; freisprach fragen (ww.) ; freisprechen (ww.) |
vrijpleiten (werkw.) | bezeugen ; darlegen ; entlasten ; freisprechen ; plädieren ; verteidigen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `vrijpleiten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dechargerenNL: onschuldig verklarenNL: vrijspraak bepleitenNL: vrijsprekenNL: zuiverenUitdrukkingen en gezegdes
NL: vrijpleiten v.
DE: freisprechen vonNL: z.
vrijpleiten
DE: sich rechtfertigen