Vertalingen vrijspreken NL>DE
vrijspreken
werkw.
| Uitspraak: | ['vrɛisprekə(n)] |
| Verbuigingen: | sprak vrij (verl.tijd ) heeft vrijgesproken (volt.deelw.) |
(van een rechter) zeggen dat iemand onschuldig is juridisch -
freisprechen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| vrijspreken (ww.) | freiplädieren (ww.) ; freisprechen (ww.) ; rechtfertigen (ww.) |
| vrijspreken (werkw.) | freisprechen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `vrijspreken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dechargerenNL: vrijpleitenNL: zuiveren