Vertalingen vriezen NL>DE
vriezen
werkw.
Uitspraak: | ['vrizə(n)] |
Verbuigingen: | vroor (verl.tijd ) heeft gevroren (volt.deelw.) |
kouder dan nul graden zijn, waardoor water ijs wordt -
frieren Het heeft gevroren vannacht. - Sie hat heute Nacht gefroren. bevriezen - erfrieren vrieskou - Frost |
Het kan vriezen of/en dooien. (=<dit zeg je over iets waarvan je helemaal niet weet hoe het zal gaan>) - Das kann so oder so enden.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vriezen (ww.) | erfrieren (ww.) ; frieren (ww.) |
vriezen | eingefrieren ; gefrieren ; zufrieren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vriezen`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: vriezend weer
DE: Frostwetter (das)