Vertaal
Naar andere talen: • voorzeker > ENvoorzeker > ESvoorzeker > FR
Vertalingen voorzeker NL>DE
voorzeker gewiß ; sicher ; unbedingt ; wahrlich ; wirklich ; zweifellos
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `voorzeker`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beslist
NL: echt
NL: feitelijk
NL: geheid
NL: gewis
NL: heus
NL: ongetwijfeld
NL: reëel
NL: stellig
NL: vast