Vertalingen via NL>DE
via
voorzetsel
1) langs of over (een stad, een weg) -
durch , über , via Via het Suezkanaal bereikten we de Rode Zee. - Über den Suezkanal erreichten wir das Rote Meer. |
vliegen via (een plaats) (naar een andere plaats) (=met het vliegtuig eerst landen in (een plaats) en vandaar uit verder vliegen naar (een andere plaats)) - fliegen über
We vliegen via Madrid. - Wir fliegen über Madrid.
|
2) door gebruik te maken van -
durch , über , via Ze kreeg werk via een uitzendbureau. - Sie bekam über ein Zeitarbeitsunternehmen Arbeit. |
via via (=via verschillende tussenpersonen) - auf indirektem Weg
Via via ben ik dat te weten gekomen. - Ich habe es auf indirektem Weg erfahren.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
via (voorzetsel) | via ; über |
via | bei ; durch ; Durchgangsloch ; nächst ; via ; über ; zum ; zur |
Bronnen: Wiktionary; mwb; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; interglot
Voorbeeldzinnen met `via`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bijNL: langsNL: met behulp vanNL: teNL: ter