Vertalingen via NL>FR
via
voorzetsel
1) langs of over (een stad, een weg) -
via , en passant par , par Via het Suezkanaal bereikten we de Rode Zee. - Nous avons atteint la mer Rouge via le canal de Suez. |
vliegen via (een plaats) (naar een andere plaats) (=met het vliegtuig eerst landen in (een plaats) en vandaar uit verder vliegen naar (een andere plaats)) - faire une escale à
We vliegen via Madrid. - Nous ferons escale à Madrid.
|
2) door gebruik te maken van -
par , par l'intermédiaire de , grâce à Ze kreeg werk via een uitzendbureau. - Elle a trouvé du travail grâce à une agence d'intérim. |
via via (=via verschillende tussenpersonen) - indirectement
Via via ben ik dat te weten gekomen. - J'ai l'ai su indirectement.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
via | sur ; pour ; par ; autour de ; en utilisant ; via ; trou de liaison ; trou d'interconnexion ; par le biais de ; par l'intermédiaire de ; grâce à ; en vertu de ; en suivant ; dans ; chez ; au travers de (télécomm.) ; au travers de ; au moyen de ; à travers ; à partir de ; à l'aide de ; via ; en utilisant |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `via`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bijNL: langsNL: met behulp vanNL: teNL: ter