Vertalingen verzadigen NL>DE
verzadigen (ww.) | befriedigen (ww.) ; gesättigt machen (ww.) ; stillen (ww.) ; sättigen (ww.) ; zufriedenstellen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verzadigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: doortrekkenNL: lessenNL: overladenNL: verzadigd makenNL: volproppenNL: zich de buik vol etenUitdrukkingen en gezegdes
NL: verzadigde oplossing
DE: gesättigte LösungNL: hij is niet te
verzadigen
DE: er ist unersättlichNL: (de markt) is verzadigd
DE: ist gesättigt