Vertaal
Naar andere talen: • verwijden > ENverwijden > ESverwijden > FR
Vertalingen verwijden NL>DE
verwijden (ww.) ausbauen (ww.) ; ausbreiten (ww.) ; ausdehnen (ww.) ; ausweiten (ww.) ; dehnen (ww.) ; erweitern (ww.) ; expandieren (ww.) ; verbreitern (ww.) ; vergrößern (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `verwijden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: expanderen
NL: openen
NL: uitbouwen
NL: uitbreiden
NL: uitdijen
NL: verbreiden
NL: vermeerderen
NL: verruimen
NL: wijder maken
NL: wijmaken