Vertalingen verstrikken NL>DE
verstrikken (ww.) | fangen (ww.) ; überlisten (ww.) ; verwickeln (ww.) ; verhaften (ww.) ; packen (ww.) ; kriegen (ww.) ; greifen (ww.) ; festnehmen (ww.) ; fassen (ww.) ; erwischen (ww.) ; erhaschen (ww.) ; ergreifen (ww.) ; erfassen (ww.) ; einpacken (ww.) ; eingreifen (ww.) ; abfangen (ww.) |
verstrikken | verfangen |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `verstrikken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: grijpenNL: klauwenNL: pakkenNL: vangenNL: vattenUitdrukkingen en gezegdes
NL: z.
verstrikken
DE: sich verstrickenNL: Iemand in zijn netten
verstrikken
DE: einen in seinen Netzen einfangen, verstrickenNL: z. in zijn eigen leugens
verstrikken
DE: sich in seinen eigenen Lügen verwirren