1. MWB
  2. Vertalen
  3. verspreiden (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • verspreiden > EN • verspreiden > ES • verspreiden > FR
Vertalingen verspreiden NL>DE

I verspreiden

werkw.
Uitspraak:  [vərˈsprɛidə(n)]
Verbuigingen:  verspreidde (verl.tijd ) heeft verspreid (volt.deelw.)

spreiden over een groot gebied of een grote ruimte - verteilen , verbreiten
het nieuws verspreiden - die Neuigkeit verbreiten


II zich verspreiden

reflexief werkw.
Uitspraak:  [vərˈsprɛidə(n)]
Verbuigingen:  verspreidde zich (verl.tijd ) heeft zich verspreid (volt.deelw.)

zich in verschillende richtingen uitbreiden of verdelen - verteilen , verbreiten , ausbreiten
De menigte verspreidde zich over het hele plein. - Die Masse breitete sich über den ganzen Platz aus.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verspreiden (ww.) ausreiben (ww.) ; ausschwermen (ww.) ; ausstreichen (ww.) ; ausstreuen (ww.) ; aussäen (ww.) ; sich ausspreiten (ww.) ; streuen (ww.) ; verbreiten (ww.) ; verteilen (ww.) ; zerstreuen (ww.)
verspreiden (werkw.) verstreuen ; verteilen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `verspreiden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afgeven
NL: afstralen
NL: alom bekend maken
NL: propageren
NL: rondstrooien
NL: uitwaaieren
NL: uitzaaien
NL: uitzenden
NL: uitzwermen
NL: verbreiden

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: z. verspreiden DE: sich verbreiten, (verstrooien) sich zerstreuen
NL: (de menigte) verspreidde z. DE: zerstreute s., verlief (das)