verslaan

Vertalingen verslaan NL>DE

werkw.

Uitspraak:	[vərˈslan]
Verbuigingen:	versloeg (verl.tijd ) heeft verslagen (volt.deelw.)

1) (een tegenstander) overwinnen - schlagen , besiegen

de vijand verslaan - den Feind schlagen

2) een verslag geven van (gebeurtenissen) - berichten über

de voetbalwedstrijd verslaan - über das Fußballspiel berichten

Overige bronnen

verslaan (ww.)	besiegen (ww.) ; niederringen (ww.) ; schlagen (ww.) ; siegen über (ww.) ; überwinden (ww.)
verslaan (werkw.)	besiegen ; schlagen

Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; mwb; Wiktionary

Voorbeeldzinnen met `verslaan`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: aanbrengen
NL: bevangen
NL: doodslaan
NL: kloppen
NL: melden
NL: overbrengen
NL: overstemmen
NL: overwinnen
NL: rapporteren
NL: slaan

Zojuist vertaald