Vertalingen verblijven NL>DE
verblijven
werkw.
Uitspraak: | [vərˈblɛivə(n)] |
Verbuigingen: | verbleef (verl.tijd ) heeft/is verbleven (volt.deelw.) |
(ergens) gedurende een bepaalde tijd wonen of logeren -
wohnen , sich aufhalten U verblijft in een hotel in het centrum van de stad. - Sie wohnen in einem Hotel im Stadtzentrum. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verblijven (ww.) | leben (ww.) ; verbleiben (ww.) ; weilen (ww.) ; wohnen (ww.) ; übrigbleiben (ww.) |
het verblijven | das sich Aufhalten |
verblijven | sich aufhalten ; verweilen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; mwb; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `verblijven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blijvenNL: levenNL: logerenNL: overblijvenNL: residerenNL: restenNL: resterenNL: toevenNL: wonen