Vertalingen vehikel NL>DE
het vehikel | das Auto ; das Fahrzeug ; das Fuhrwerk ; der Karren ; der Personenwagen ; das Vehikel ; der Wagen ; die Zugmaschine |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vehikel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: autoNL: karNL: rijtuigNL: voertuigNL: wagen