Vertaal
Naar andere talen: • kar > ENkar > ESkar > FR
Vertalingen kar NL>DE

kar

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [kɑr]
Verbuigingen:  karren (meerv.)

plank of bak op wielen - Karre (die ~), Karren (der ~)
mestkar - Mistkarre
ijskarretje - Eiskarren
een kar achter je fiets met de strandspullen - eine Karre mit Strandsachen hinter dem Fahrrad
uitdrukking de kar trekken
uitdrukking je voor iemands karretje laten spannen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de kardas Auto ; das Fahrzeug ; das Fuhrwerk ; das Gefährt ; der Handwagen ; der Karren ; der Personenwagen ; die Schüssel ; das Vehikel ; der Wagen ; die Zugmaschine
kar Ackerwagen ; Rollwagen ; Zurichtung der Druckform ; Zweirad ; zweirädiger Karren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `kar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: auto
NL: fiets
NL: handkar
NL: rijtuig
NL: vehikel
NL: voertuig
NL: wagen