Vertalingen vastigheid NL>DE
de vastigheid (v) | die Garantie ; die Gewißheit ; das Pfand ; die Sicherheit |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vastigheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gewisheidNL: houvastNL: stelligheidNL: vastheidNL: zekerheid