Vertalingen uitzuigen NL>DE
uitzuigen (ww.) | ausnehmen (ww.) ; auspressen (ww.) ; aussaugen (ww.) ; leersaugen (ww.) ; plündern (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `uitzuigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afpersenNL: leeghalenNL: leegzuigenNL: plunderenNL: uitknijpenNL: uitpersen