Vertaal
Naar andere talen: • uitsliepen > ENuitsliepen > ESuitsliepen > FR
Vertalingen uitsliepen NL>DE
uitsliepen (ww.) anfahren (ww.) ; anraunzen (ww.) ; anschnauzen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uitsliepen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: uitschelden

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: sliep uit! DE: ätsch