Vertalingen omroepen NL>DE
omroepen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈɔmrupə(n)] |
| Verbuigingen: | riep om (verl.tijd ) heeft omgeroepen (volt.deelw.) |
zo zeggen dat veel mensen het tegelijk kunnen horen -
ausrufen , durchsagen | in het gebouw laten omroepen dat er een portemonnee is gevonden - im Gebäude durchsagen lassen, dass ein Portemonnaie gefunden wurde |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| omroepen (ww.) | ausrufen (ww.) ; bekanntmachen (ww.) ; rundfunken (ww.) ; verkündigen (ww.) ; verlesen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `omroepen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afroepenNL: bekendmakenNL: namen afroepenNL: nieuwsberichten omroepenNL: ontbiedenNL: programma uitzenden
