Vertalingen uithoek NL>DE
de uithoek
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈœythuk] |
| Verbuigingen: | uithoeken (meerv.) |
afgelegen plaats -
abgelegene Ecke (die ~) | Hij woont in een uithoek van de stad. - Er wohnt in einer abgelegenen Ecke der Stadt. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de uithoek (m) | der entlegener Ort ; der entlegener Winkel |
| uithoek | das Dorf ; das Kaff ; der Weiler |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `uithoek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gatNL: Verweggistan