Vertalingen uitglijden NL>DE
uitglijden
werkw.
Uitspraak: | [ˈœytxlɛidə(n)] |
Verbuigingen: | gleed uit (verl.tijd ) is uitgegleden (volt.deelw.) |
vallen door een gladde grond of over iets dat glad is -
ausrutschen uitglijden op het ijs - auf dem Eis ausrutschen uitglijden over een bananenschil - auf einer Bananenschale ausrutschen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
uitglijden (ww.) | ausgleiten (ww.) ; ausrutschen (ww.) ; fallen (ww.) ; gleiten (ww.) ; glitschen (ww.) ; rutschen (ww.) ; schlittern (ww.) |
uitglijden (werkw.) | ausgleiten ; ausrutschen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `uitglijden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: glibberenNL: onderuitgaanNL: slippenNL: struikelenNL: uitglibberenNL: uitschietenNL: uitschuivenNL: wegglijdenNL: wegschieten