Vertaal
Naar andere talen: • struikelen > ENstruikelen > ESstruikelen > FR
Vertalingen struikelen NL>DE

struikelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈstrœykələ(n)]
Verbuigingen:  struikelde (verl.tijd ) is gestruikeld (volt.deelw.)

1) bijna vallen of vallen doordat je voet ergens achter blijft steken - stolpern
Ik ben gestruikeld over een scheve stoeptegel. - Ich bin über einen hochstehenden Terrassenstein gestolpert.

2) gehinderd worden of moeten stoppen door (een oorzaak) - stolpern
Grote infrastructuurprojecten struikelen over het recht van inspraak van de burgers. - Große Infrastrukturprojekte stolpern über das Widerspruchsrecht der Bürger.

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking struikelen over

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
struikelen (ww.) einen Fehltritt begehen (ww.) ; stolpern (ww.) ; straucheln (ww.)
struikelen (werkw.) stolpern ; straucheln
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `struikelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: overal zien
NL: spaak lopen
NL: vallen