Vertalingen uitgeput NL>DE
uitgeput | ermattet ; erschöpft ; erschöpft ; hundemüde ; todmüde ; aufgebraucht ; ausgebrannt ; ausgepowert ; burnt out ; entkräftet ; verbraucht |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitgeput`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgematNL: afgepeigerdNL: leegNL: onvruchtbaarNL: pompafNL: slapUitdrukkingen en gezegdes
NL: uitgeput raken
DE: (van mijn) fast abgebaut sein, (van voorraad) ausgehen