het type

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈtipə]
Verbuigingen:	-n, -s (meerv.)

1) bepaalde soort - Typ (der ~), Modell (das ~)

een ander type computer - ein anderer Computertyp

de autofabriek bracht een nieuw type uit (=de autofabriek bracht een nieuw model uit) - der Autohersteller brachte ein neues Modell heraus

2) persoon met bepaalde eigenschappen - Typ (der ~)

een blond type - ein blonder Typ een raar type - ein komischer Typ

© K Dictionaries Ltd.

het type	die Art ; das Aussehen ; die Erscheinung ; die Erscheinungsform ; die Figur ; die Form ; die Gattung ; die Gestalt ; die Sorte ; der Typ
type	Bauart ; Optionstyp ; Typ

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aangezicht
NL: aanzien
NL: buitenkant
NL: figuur
NL: gedaante
NL: gelaat
NL: genre
NL: individu
NL: model
NL: prototype

NL: een nieuw type vliegtuig DE: ein neuer Typ eines Flugzeugs
NL: (hij is) het type van een schoolmeester DE: ein typischer Schulmeister, der ausgesprochene Typ eines Schulmeisters
NL: het is een type DE: (origineel) er ist eine Type, (zonderling) ein sonderbarer Kauz, (komiek) ein famoser Kerl