Vertaal
Naar andere talen: • trippelen > ENtrippelen > EStrippelen > FR
Vertalingen trippelen NL>DE
trippelen (ww.) mit Trippelschritten gehen (ww.) ; trippeln (ww.) ; tänzeln (ww.)
trippelen tappen
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `trippelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: dribbelen
NL: trippen