Vertalingen trippelen NL>ES
trippelen (ww.) | caminar a pasitos cortos (ww.) ; caminar a pasos menudos (ww.) ; corretear (ww.) |
trippelen | andar a pasos quedos |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `trippelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dribbelenNL: trippen