Vertaal
Naar andere talen: • dribbelen > ENdribbelen > ESdribbelen > FR
Vertalingen dribbelen NL>DE

dribbelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈdrɪbələ(n)]
Verbuigingen:  dribbelde (verl.tijd ) heeft gedribbeld (volt.deelw.)

met kleine pasjes lopen - dribbeln , trippeln
De kleuter dribbelt de kamer door. - Das Kindergartenkind trippelte durch das Zimmer.
Dribbelen is een tactiek in het voetbalspel. - Dribbeln ist eine Taktik beim Fußballspiel.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
dribbelen (ww.) trippeln (ww.) ; tänzeln (ww.)
dribbelen hasten
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `dribbelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: draven