Vertaal
Vertalingen terugschrikken NL>DE
terugschrikken (ww.) zurückfahren (ww.) ; zurückprallen (ww.) ; zurückscheuen (ww.) ; zurückschrecken (ww.) ; zurückzaudern (ww.) ; zurückzucken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `terugschrikken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: achteruitdeinzen
NL: achteruitgaan
NL: huiveren
NL: schrikken
NL: terugdeinzen
NL: terugwijken