Vertalingen termijn NL>DE
de termijn
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [tɛrˈmɛjn] |
Verbuigingen: | termijnen (meerv.) |
vastgestelde periode -
Zeitraum (der ~), Frist (die ~), Rate (die ~) een lening in maandelijkse termijnen terugbetalen - ein Darlehen in monatlichen Raten zurückzahlen de termijn verstrijkt/loopt af/vervalt - die Frist verstreicht/läuft ab/verfällt |
op de lange termijn (=na lange tijd) - endlich
|
op termijn (=op den duur, uiteindelijk) - auf die Dauer
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de termijn (m) | die Phase ; die Zwischenzeit ; die Zeitspanne ; der Zeitraum ; das Zeitlimit ; die Zeitbestimmung ; der Termin ; die Spielzeit ; die Spanne ; die Periode ; kurzfristig ; die Frist ; auf Termin ; der Abschnitt |
de termijn | die Grösse ; die Frist |
termijn | Frist ; Rate |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `termijn`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: datumNL: duurNL: periodeNL: sluitingstermijnNL: tijdlimietNL: tijdsbestekNL: tijdsduurUitdrukkingen en gezegdes
NL: termijn van één jaar
DE: JahresfristNL: termijn van betaling, van opzegging etc.
DE: Zahlungsfrist, KündigungsfristNL: binnen de gestelde
termijn
DE: in gestellter FristNL: betaling in
termijnen
DE: Ratenzahlung (die)NL: in
termijnen (betalen)
DE: ratenweiseNL: maandelijkse
termijn
DE: Monatsrate (die)NL: betaling van de eerste
termijn
DE: (bij afbetaling) Anzahlung (die)NL: (levering) in 5
termijnen met één maand tussentijd
DE: in 5 Teilsendungen in Zwischenräumen von je einem MonatNL: op korte
termijn
DE: auf kurze Frist, auf kurzen Termin, in kurzer FristNL: krediet, lening etc. op korte
termijn, lange
termijn
DE: kurzfristiger, langfristiger Kredit, (ook: Kurzkredit), kurzfristige, langfristige Anleihe (ook: kurzfällige Anleihe)NL: op
termijn gaan
DE: (van bedelmonniken) terminieren