Vertaal
Vertalingen tentoonspreiden NL>DE
tentoonspreiden (ww.) prunken (ww.) ; zeigen (ww.) ; zur Schau stellen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `tentoonspreiden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanduiden
NL: aangeven
NL: aanwijzen
NL: tonen
NL: uitduiden
NL: uitstallen
NL: uitwijzen
NL: vertonen
NL: wijzen