Vertaal
Naar andere talen: • taai > ENtaai > EStaai > FR
Vertalingen taai NL>DE

taai

bijv.naamw.
Uitspraak:  [taj]

1) moeilijk te breken, te snijden of te scheuren - zäh
Van kauwen op taai vlees worden je kaken moe. - Vom Kauen auf zähem Fleisch ermüden die Kiefer.

2) moeilijk, saai en vervelend - zäh , zähflüssig , öde , langweilig
uitdrukking nog tien taaie kilometers tot de finish
uitdrukking een taai probleem

3) met een groot uithoudingsvermogen - zäh
uitdrukking een ouwe taaie
uitdrukking taai verzet bieden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
taai starr ; öde ; zäh ; überdrüssig ; widerwillig ; widerspenstig ; widerborstig ; unbeugsam ; trotzig ; störrisch ; starrsinnig ; starrköpfig ; nicht abgelenkt ; langweilig ; geisttötend ; geistlos ; fade ; eigenwillig ; eigensinnig ; eigenbrötlerisch ; dickköpfig ; dehnbar ; zaeh
Bronnen: interglot; Horecagids; mwb; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `taai`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: gehard
NL: kranig
NL: langdradig
NL: lastig
NL: onbuigzaam
NL: onverzettelijk
NL: saai
NL: stijfkoppig
NL: stroperig
NL: stug

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: hij is taai DE: (van leven) er hat ein zähes Leben, ist zählebig