1. MWB
  2. Vertalen
  3. stroef (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • stroef > EN • stroef > ES • stroef > FR
Vertalingen stroef NL>DE

stroef

bijv.naamw.
Uitspraak:  [struf]

1) (van een oppervlak) ruw en hobbelig - rauh
Op deze schoenen kan ik niet dansen, want de zolen zijn veel te stroef. - In diesen Schuhen kann ich nicht tanzen, denn die Sohlen sind zu rauh.

2) met problemen - zäh , schwerfällig
Het overleg verloopt stroef. - Die Besprechung verläuft zäh.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
stroef standhaft ; unverwandt ; unerschütterlich ; unbeugsam ; streng ; stramm ; straff ; stier ; stelzbeinig ; steif ; starrköpfig ; starr ; schwerfällig ; schwerfällig ; schneidig ; rauh ; rau ; prall ; hölzern ; hauteng ; trotzig ; zähflüssig ; zäh
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `stroef`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: houterig
NL: moeizaam
NL: ruw
NL: slee
NL: stijf
NL: stram
NL: stuurs
NL: zwaar