straat

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[strat]
Verbuigingen:	straten (meerv.)

1) weg tussen huizen - Straße (die ~)

Ik woon op de hoek van de straat. - Ich wohne an der Straßenecke. op straat spelen - auf der Straße spielen

op straat liggen (=(van informatie die niet openbaar hoort te zijn) bij iedereen bekend zijn) - auf der Straße liegen

op straat zetten (=(iemand) ontslaan) - auf die Straße setzen

van de straat houden (=(iemand) bezighouden) - nicht auf dumme Gedanken kommen Met dit werk verdien ik vrijwel niks, maar het houdt me van de straat. - Mit dieser Arbeit verdiene ich zwar nichts, aber ich komme nicht auf dumme Gedanken.

2) smalle doorgang van de zee - Straße (die ~)

de straat van Gibraltar - die Straße von Gibraltar

© K Dictionaries Ltd.

straat (m)	die Enge ; die Meerenge
de straat (v)	die Route ; Straßen (p)
de straat	die Bahn ; die Chaussee ; die Straße ; die Strecke ; der Weg
straat	befahrbare Meerenge ; Strasse

Bronnen: f; Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: baan
NL: boulevard
NL: pokerterm voor straat
NL: straatweg
NL: weg
NL: zee-engte

NL: de Straat van Gibraltar DE: die Straße von Gibraltar
NL: op straat DE: auf der Straße
NL: op straat zetten DE: auf die Straße werfen, setzen
NL: (deze arbeiders) staan op straat DE: liegen auf der Straße