Vertalingen stomp NL>DE
I de stomp
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [stɔmp] |
Verbuigingen: | stompen (meerv.) |
1) harde stoot met je vuist -
Stoß (der ~), Hieb (der ~) iemand een stomp geven tegen zijn arm - jemandem einen Stoß/Hieb gegen den Arm versetzen |
2) kort overgebleven stuk (van iets) -
Stumpf (der ~), Stummel (der ~) Zijn benen zijn geamputeerd en nu zit hij in een rolstoel met twee stompen. - Seine Beine sind amputiert und nun sitzt er mit zwei Stumpfen im Rollstuhl. Er ligt nog maar een stompje krijt bij het schoolbord. - Es liegt nur noch einen Stummel Kreide bei der Tafel. |
II stomp
bijv.naamw.
met een breed en dik uiteinde -
stumpf , breit een stompe toren - ein breiter Turm de stompe kant van een ei - das stumpfe Ende eines Eis |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stomp (znw.) | der Strunk ; der stumpf |
stomp | klobig ; abgestumpft ; Amputationsstumpf ; Bootsstummel ; Exartikulationsstumpf ; Keule ; stumpf |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `stomp`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: botNL: opdofferNL: opdonderNL: stronkUitdrukkingen en gezegdes
NL: stomp in de zij
DE: Rippenstoß DE: (afgeknot deel) Stumpf (der) DE: (van been etc., ook) Stummel (der)