speld

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[spɛlt]
Verbuigingen:	spelden (meerv.)

1) klein dun staafje met een punt en aan de andere kant een verbreding - Stecknadel (die ~)

de zoom van je broek met spelden vastzetten om die makkelijker te kunnen naaien - den Saum der Hose mit Stecknadeln feststecken, um ihn einfacher nähen zu können

Je kunt een speld horen vallen. (=het is heel stil) - Man kann eine Stecknadel fallen hören.

naar een speld in een hooiberg zoeken (=iets zoeken dat niet te vinden is) - nach der Stecknadel im Heuhaufen suchen

Er is geen speld tussen te krijgen. (=het klopt helemaal) - es passt perfekt

2) sieraad dat je met een speld (1) op je kleding vastmaakt - Brosche (die ~)

een gouden speld

© K Dictionaries Ltd.

de speld	die Anstecknadel ; die Haarnadel ; die kleine Nadel ; die Nadel ; die Spange ; die Stecknadel
speld	Nadel ; Stecknadel

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: pen
NL: pin
NL: sierspeld

NL: er is geen speld tussen te krijgen DE: es ist nichts dagegen einzuwenden, (hij praat al maar door) er läßt niemand zu Worte kommen
NL: men kon een speld horen vallen DE: es war mäuschenstill