Vertalingen serveren NL>DE
serveren
werkw.
Uitspraak: | [sɛrˈverə(n)] |
Verbuigingen: | serveerde (verl.tijd ) heeft geserveerd (volt.deelw.) |
1) (eten en drinken) naar de klanten brengen in een café of restaurant -
servieren het voorgerecht serveren - die Vorspeise servieren |
2) (bij tennis of volleybal) de bal in het spel slaan sport -
aufschlagen Ze serveert goed, maar verder lijkt ze slecht in vorm. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
serveren (ww.) | bedienen (ww.) ; einschenken (ww.) ; gießen (ww.) ; hineingießen (ww.) ; nachgiessen (ww.) ; nachschenken (ww.) |
serveren (werkw.) | aufschlagen ; auftragen ; servieren |
het serveren | das Auftragen ; das Servieren |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `serveren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedienenNL: bijgietenNL: inschenkenNL: intappenNL: opdienenNL: opslaanNL: schenkenNL: tappen