Vertaal
Naar andere talen: • ruïneren > ENruïneren > ESruïneren > FR
Vertalingen ruïneren NL>DE

ruïneren

werkw.
Uitspraak:  [rywiˈnerə(n)]
Verbuigingen:  ruïneerde (verl.tijd ) heeft geruïneerd (volt.deelw.)

1) kapotmaken - ruinieren
De storm heeft vier strandpaviljoens geruïneerd. - Der Sturm hat vier Strandpavillions ruiniert.
Met roken ruïneer je je gezondheid. - Mit Rauchen ruiniert man seine Gesundheit.

2) zorgen dat iemand al zijn geld kwijtraakt - ruinieren
Zijn investeringen in malafide internetbedrijfjes hebben hem volledig geruïneerd. - Seine Investitionen in betrügerische Internetfirmen haben ihn vollständig ruiniert.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ruineren (ww.) liquidieren (ww.) ; zurücklaufen (ww.) ; zurückgehen (ww.) ; zerstören (ww.) ; zerlegen (ww.) ; zehren (ww.) ; verschrotten (ww.) ; vernichten (ww.) ; verkommen (ww.) ; verheeren (ww.) ; verderben (ww.) ; umstossen (ww.) ; ruinieren (ww.) ; kaputtmachen (ww.) ; fertigmachen (ww.) ; erledigen (ww.) ; einstampfen (ww.) ; demolieren (ww.) ; ausschalten (ww.) ; abwracken (ww.) ; abtragen (ww.) ; abnehmen (ww.) ; abbrechen (ww.)
ruïneren (werkw.) ruinieren ; zugrunde richten ; zerstören
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `ruïneren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afbreken
NL: bederven
NL: nekken
NL: slopen
NL: vernielen
NL: vernietigen
NL: verwoesten
NL: verzieken