Vertalingen ricocheren NL>DE
ricocheren (ww.) | ablehnen (ww.) ; abprallen (ww.) ; abschlagen (ww.) ; abweisen (ww.) ; ausschlagen (ww.) ; verweigern (ww.) ; zurückweisen (ww.) |
het ricocheren | das Abrutschen ; das Einsinken |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ricocheren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afketsenNL: afstuitenNL: terugkaatsen