Vertalingen rammelen NL>DE
rammelen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈrɑmələ(n)] |
| Verbuigingen: | rammelde (verl.tijd ) heeft gerammeld (volt.deelw.) |
1) een onregelmatig geluid maken -
klappern , rasseln | een rammelende ketting - eine rasselnde Kette |
rammelen van de honger (=grote honger hebben) - der Magen knurrt
|
2) (van een verhaal) niet geloofwaardig zijn of niet goed opgebouwd zijn -
nicht stimmen | Het betoog rammelde aan alle kanten. - Die Darlegung stimmte vorne und hinten nicht. |
3) deel van de uitdrukking: -
iemand door elkaar rammelen (=iemand heen en weer schudden, met de bedoeling dat dat onaangenaam is) - jemanden durchschütteln
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| rammelen (ww.) | hacken (ww.) ; hinken (ww.) ; Hunger haben (ww.) ; klappern (ww.) ; klimpern (ww.) ; klingeln (ww.) ; klingen (ww.) ; klirren (ww.) ; rasseln (ww.) ; rattern (ww.) ; rumoren (ww.) ; rumpeln (ww.) |
| rammelen | rattern ; rütteln ; schütteln |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `rammelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: honger hebbenNL: klepperenNL: kletterenNL: knorrenNL: niet deugenNL: schuddenUitdrukkingen en gezegdes
NL: rammelen van de honger
DE: einen mordsmäßigen Hunger habenNL: mijn maag rammelt
DE: der Magen knurrt mir