Vertalingen rad NL>DE
het rad | das Mühlerad ; das Rad ; das Wagenrad ; die Windmühle |
rad (Afkorting) | rad (Afkorting) ; Radiant |
rad | rad ; vorderes Furchenrad |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `rad`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bijdehandNL: gladNL: molenradNL: schepradNL: tandwielNL: wagenwielNL: waterradNL: wielUitdrukkingen en gezegdes
NL: rad van avontuur
DE: GlücksradNL: Iemand een
rad voor de ogen draaien
DE: einem einen blauen Dunst vormachenNL: rad van tong zijn
DE: zungenfertig sein, ein gutes Mundwerk haben