Vertalingen pech NL>DE
de pech
zelfst.naamw. (m.)
1) iets onaangenaams dat jou toevallig overkomt -
Pech (das ~) 2) technisch probleem met een motorvoertuig waardoor je niet verder kunt rijden -
Panne (die ~), Autopanne (die ~) Ze komt later, want ze staat met pech langs de weg. - Sie kommt später, denn sie hat eine Reifenpanne. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de pech (m) | das Elend ; die Katastrophe ; das Missgeschick ; die Not ; das Pech ; der Schicksalsschlag ; die Störung ; das Unglück |
de pech | die Panne |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Diving dictionary; cibg.be
Voorbeeldzinnen met `pech`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: averijNL: ellendeNL: jammerNL: malheurNL: mankementNL: moeilijkhedenNL: ongelukNL: onheilNL: onspoedNL: panne