Vertaal
Naar andere talen: • pech > ENpech > ESpech > FR
Vertalingen pech NL>DE

de pech

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [pɛx]

1) iets onaangenaams dat jou toevallig overkomt - Pech (das ~)
pech hebben - Pech haben

2) technisch probleem met een motorvoertuig waardoor je niet verder kunt rijden - Panne (die ~), Autopanne (die ~)
Ze komt later, want ze staat met pech langs de weg. - Sie kommt später, denn sie hat eine Reifenpanne.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de pech (m) das Elend ; die Katastrophe ; das Missgeschick ; die Not ; das Pech ; der Schicksalsschlag ; die Störung ; das Unglück
de pechdie Panne
Bronnen: interglot; Wikipedia; Diving dictionary; cibg.be


Voorbeeldzinnen met `pech`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: averij
NL: ellende
NL: jammer
NL: malheur
NL: mankement
NL: moeilijkheden
NL: ongeluk
NL: onheil
NL: onspoed
NL: panne